Vier stappen voor een goede identificatie van uw stof

ECHA heeft een benadering in vier hoofdstappen voor een geslaagde stofidentificatie ontwikkeld. Volg deze stappen en ons advies voor een juiste identificatie van uw stof.

 

1. Analyseer uw stof
  1. Eerst moet u nagaan of u al dan niet de nodige analytische gegevens hebt om uw stof ten behoeve van REACH te identificeren. Als u niet de fabrikant bent, dan kunt u deze informatie bij uw leverancier opvragen. Als u de nodige analytische gegevens hebt, gaat u naar stap 1d. Zo niet, dan gaat u naar stap 1b.
  2. Selecteer een representatief monster van uw stof of meerdere monsters van verschillende partijen of van verschillende tijdstippen in de productie. Als u een importeur van mengsels bent, moet u wellicht uw leverancier vragen om monsters van stoffen die in het mengsel zijn gebruikt.
  3. Als u vanaf het begin een juiste analytische strategie hebt, zal dit tijd en geld besparen. In dit stadium moet u bedenken of u de nodige functionele capaciteiten en kennis in huis hebt. Zo niet, neem dan een dienstverlener of laboratorium met ervaring in de analyse ten behoeve van REACH in de arm. De analyse voor stofidentificatie hoeft overigens niet volgens goede laboratoriumpraktijk (GLP) te gebeuren.
  4. Welke route u ook kiest, het resultaat moet altijd hetzelfde zijn: een verzameling analytische onderzoeken/informatie die uw stof volledig identificeert. De spectra, chromatogrammen en andere analytische informatie moeten van goede kwaliteit en volledig geïnterpreteerd zijn.
  5. Als er problemen zijn met de interpretatie of als er technische problemen zijn bij het uitvoeren van de analyse, stel dan een robuuste wetenschappelijke onderbouwing op en pas alternatieve technieken toe. Opnieuw kan de inbreng van een deskundige nuttig zijn.
  6. De wettekst vermeldt dat er ultraviolet- (UV-), infrarood- (IR-) en kernspinresonantiespectroscopie (NMR) of massaspectrometrie (MS) uitgevoerd moeten worden, samen met hogedrukvloeistofchromatografie (HPLC) of gaschromatografie (GC). Voor anorganische stoffen kunnen röntgendiffractie- (XRD-)spectrometrie en atomaire-absorptiespectrometrie (AAS) noodzakelijke alternatieven zijn. Deze technieken vereisen specialistische kennis voor het uitvoeren en interpreteren van de resultaten.

 

2. Beschrijf de samenstelling van uw stof
  1. De analyse moet u nu een volledig beeld geven van de samenstelling van uw stof.
  2. De analyse van één monster zegt niets over variaties in de bron (bv. uitgangsstoffen) en het vervaardigingsproces. Deze variaties vallen binnen concentratiebereiken die onderdeel kunnen zijn van het analysecertificaat of de kwaliteitscontrolespecificatie.
  3. Voor een typische, goed omschreven stof dient u een samenstelling te hebben die er ongeveer zo uitziet: 

     

    Naam Gangbare concentratie % Concentratiebereik %
    Bestanddeel A 90 85 – 96 
    Bestanddeel (verontreiniging) B 6 4-7
    Bestanddeel (verontreiniging) C 2 0-3
    Bestanddeel (verontreiniging) D 2 0-3

 

3. Geef de stof een naam
  1. Op basis van de samenstelling moet u een algemene identificatie aandragen – een stofnaam.
  2. Er zijn verschillende regels, afhankelijk van de complexiteit van uw stof. Die zijn te vinden in het 'Richtsnoer voor de identificatie en naamgeving van stoffen in REACH en CLP'. Bij twijfel kunt u de hulp van een deskundige inroepen bij de naamgeving van uw stof.

 

4. Ken een numerieke identificator toe
  1. Zoek op de website van ECHA via de tool 'Zoeken naar chemische stoffen' op de pagina 'Informatie over chemische stoffen' of er al een EG- of lijstnummer voor uw stof bestaat.
  2. Het is gebruikelijk, maar niet noodzakelijk, om de chemische naam te koppelen aan een inventarisnummer, zoals een EINECS- of CAS-nummer. Vaak wordt dit nummer ook vermeld op het veiligheidsinformatieblad of het analysecertificaat. Wellicht wenst u deskundige hulp in te roepen bij het vaststellen of er een inventarisnummer voor uw stof bestaat.

Zodra u deze informatie hebt, moet u die omzetten in het elektronische format van een IUCLID-dossier.

Voor REACH-registratie moet in het dossier dat door de hoofdregistrant wordt ingediend een grenssamenstelling worden opgenomen. De grenssamenstelling heeft betrekking op de samenstellingen van alle deelnemers aan de gezamenlijke indiening.