Onnodige dierproeven voorkomen

Onder REACH kunnen alleen in laatste instantie proeven met gewervelde dieren (zoals ratten, andere zoogdieren en vissen) worden gebruikt om aan de informatievereisten voor registratie te voldoen. Er zijn meerdere manieren om dierproeven te voorkomen en het aantal dierproeven te reduceren.

Voor elke afzonderlijke informatievereiste neemt u het volgende in aanmerking:

  • Verzamel en deel bestaande gegevens. U kunt misschien gepubliceerde literatuur bemachtigen die afdoende is om te voldoen aan de informatie-eis. Als er resultaten van een geldige dierproef beschikbaar zijn, moeten deze worden gedeeld met mederegistranten. De eigenaar van de test moet worden gecompenseerd volgens vooraf overeengekomen regels.
  • Weglaten van gegevens of aanpassingen: regels voor aanpassingen maken deel uit van de wettelijke tekst. Dit kan ofwel specifiek (onder kolom 2 van elk eindpunt) ofwel algemeen (onder bijlage XI).

Voor gebruik van de algemene regels kunt u gegevens weglaten of een aanpassing gebruiken op basis van de volgende wetenschappelijke argumenten:

  • Bewijskracht. U hebt voldoende informatie van verschillende onafhankelijke bronnen die tot de conclusie leiden dat uw stof een bepaalde eigenschap bezit (of niet bezit).
  • QSAR-modellen. Bepaalde eigenschappen van uw stof kunnen met behulp van computermodellen worden voorspeld aan de hand van structureel vergelijkbare stoffen.
  • In-vitromethoden. Tests die worden uitgevoerd met geïsoleerd weefsel, organen of cellen in plaats van hele organismen kunnen genoeg zijn om aan een informatie-eis te voldoen.
  • Groepering van stoffen en read-across. Wanneer u kunt aantonen dat de manier waarop uw stof zich voor een bepaald kenmerk gedraagt vergelijkbaar is met de manier waarop een andere stof zich gedraagt, kunnen bestaande resultaten voor dat kenmerk worden overgebracht naar uw stof (zogeheten “read-across”).

Als u besluit om een van de mogelijkheden te gebruiken, dan doet u beroep op een aanpassing.

Tips

  • Formuleer een goed gedocumenteerde en geldige wetenschappelijke onderbouwing als u de standaard informatievereisten aanpast, en neem deze op in uw registratiedossier.
  • De door u gekozen benadering moet betrouwbare informatie opleveren die vergelijkbaar is met standaardtesten. Als dat niet het geval is, voert u de vereiste test uit.
  • De door u gekozen benadering moet u in staat stellen om uw stof in te delen. Wanneer u uw stof hebt ingedeeld en geëtiketteerd, zijn er misschien geen extra testen nodig.

U dient ook zorgvuldig af te wegen of u moet uitgaan van de nadeligste indeling om meer testen te vermijden. Indeling in een hogere gevarenklasse kan bijvoorbeeld leiden tot risicobeheersmaatregelen onder wetgeving inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek of tot prioritering voor wettelijke risicobeheersmaatregelen onder REACH.